Joseph Cuypers
Joseph (J.Th.J.) Cuypers (Roermond, 1861-Meerssen, 1949) architect, restaurator, stedenbouwkundige, kunstenaar, docent.
Joseph was een zoon van architect Pierre (P.J.H.) Cuypers (1827-1921) en Antoinette (Nenny) Alberdingk Thijm. Hij bracht zijn jeugd door in Amsterdam (Vondelstraat) waar het gezin Cuypers in 1865 vanuit Roermond naar toe was verhuisd. De middelbare schoolopleiding volgde hij in Rolduc. Aan Abdij Rolduc was tussen 1843 en 1946 een befaamd internaat verbonden voor de zonen uit de gegoede rooms-katholieke families. Na zijn studies bouwkunde en civiele techniek (1879-1883) aan de Polytechnische School te Delft (thans: Technische Universiteit Delft) maakte hij een studiereis door Italië, Frankrijk en Duitsland. In 1883 werd hij assistent van vader Pierre Cuypers op diens architectenbureau. Aanvankelijk bestond zijn voornaamste taak uit het bestekklaar maken van de bouwprojecten, maar al snel werd hij betrokken bij het ontwerpproces.
Zijn eerste ontwerp (1884) was voor een woonhuis in neo-renaissance stijl in Amsterdam (Oud Leyerhoven). De Urbanuskerk in Nes aan de Amstel, een driebeukige neogotische kruisbasiliek uit 1889-’91, was zijn eerste zelfstandig ontworpen kerkgebouw en nog helemaal in de neogotische traditie van vader Pierre .
Gedurende zijn hele loopbaan was Joseph evenals zijn vader Pierre niet alleen een architect voor nieuwbouw maar ook een restauratiearchitect. Zijn eerste restauratieproject was de ingrijpende restauratie vanaf 1891 van de Plechelmusbasiliek in Oldenzaal.
Als Pierre Cuypers in 1892 terugkeert naar Zuid-Limburg waar hij gaat wonen in Valkenburg, volgt Joseph zijn vader op als chef van het Amsterdamse architectenbureau Cuypers. (In 1895 verhuist Pierre met zijn vrouw weer naar het ‘Cuypershuis’ aan de Maastrichterweg bij de Kapellerpoort in Roermond.)
In 1899 begon Joseph samen met Jan Stuyt (1868-1934) een eigen architectenbureau. Tegelijkertijd bleef hij verbonden aan Bureau Cuypers van vader Pierre. Na het overlijden van Pierre Cuypers in 1921 zette Joseph diens bureau in Amsterdam voort.
Jan Stuyt was tekenaar op het Amsterdamse kantoor van Cuypers. Joseph had al enige jaren met Stuyt samengewerkt bij de bouw van de Nieuwe St. Bavo in Haarlem, waar Stuyt hoofdopzichter was tijdens de eerste fase van de bouw.
Joseph Cuypers had in 1895 de prestigieuze opdracht gekregen voor de bouw van de Nieuwe St. Bavokathedraal (thans Koepelkathedraal Haarlem geheten). Het werd meteen al in het begin van zijn carrière zijn magnum opus. De bouwtijd van de St. Bavo bedroeg 35 jaar, verdeeld over drie fasen ( 1895-’98: koor, 1902-’06: schip, transept, vieringtoren, 1927-’29: beide westtorens). Als gevolg van het lange ontwerp- en bouwproces kan men in het eindresultaat naast de aanvankelijk toegepaste neogotische bouwstijl neoromaanse, jugendstil-, byzantijnse-, Amsterdamse school- en “Berlage”-stijlelementen herkennen. De aanpassingen in bouwstijl zullen zeker in de eerste fasen onder meer onder invloed van Jan Stuyt tot stand zijn gekomen.
Joseph Cuypers heeft ook een groot aandeel gehad in de decoratie van het gebouw. Hiervan getuigen de twaalf engelenramen die hij ontwierp voor de hoge lichtbeuk van het koor. Glas-in-loodramen die gezien de periode (1897-’98) waarin ze ontstonden verrassend modern zijn, met een minimale beschildering.
De bijna tien jaar van hun associatie was voor beide bouwmeesters een vruchtbare periode. Ze kregen veel opdrachten (kerken, scholen, instellingen) en bij de bouw van nieuwe kerken braken ze met de toendertijd dominante neogotische stijl. Een stijl waarvan Pierre Cuypers altijd een groot voorvechter was geweest. Ze verwerkten in hun ontwerpen meer neoromaanse en Byzantijnse stijlelementen. Het is niet altijd duidelijk wie wat ontworpen heeft. De bewering dat binnen de samenwerking Joseph Cuypers vooral neogotische en Jan Stuyt neoromaanse kerken ontwierp houdt bij bestudering van de archieven geen stand.
Hun eerste gezamenlijk kerkenproject is de Gummaruskerk in Steenbergen (1900-’02). De uiteindelijk gebouwde kerk is minder neogotisch en meer neoromaans dan het oorspronkelijk plan van Pierre Cuypers. De neoromaanse Corneliuskerk in Heerlerheide uit 1909-’10 wordt algemeen toegeschreven aan Jan Stuyt.
Hun compagnonschap eindigde in 1909. Kritiek op het feit dat het ‘architektenbureau Joseph Th.J. Cuypers & Jan Stuyt’ gebruik maakte van kantoorruimte in het Rijksmuseum (1885, architect Pierre Cuypers) speelde hierbij waarschijnlijk een belangrijke rol. De verhouding tussen Joseph en Jan bleef ook na de splitsing uitstekend.
Jan Stuyt begon een eigen architectenbureau in Amsterdam, dat hij in 1917 verplaatste naar Den Haag, waar hij met zijn vrouw ook ging wonen. In de verwachting van een groot aantal opdrachten als gevolg van de expansie van de mijnindustrie, opende Stuyt in 1912 een tweede kantoor in Heerlen, het toekomstig centrum van de mijnstreek. Architect Anton Bartels werd daar zijn vertegenwoordiger.
Joseph Cuypers bleef als compagnon verbonden aan het kantoor van zijn vader. Al snel na de splitsing kreeg hij de opdracht voor de bouw van de Amsterdamse Effectenbeurs (1909-’12), Beursplein 5, gelegen naast de Beurs van Berlage. De Effectenbeurs gebouwd in “Um 1800”-stijl werd zijn belangrijkste niet-kerkelijk werk.
Hij verhuisde in 1915 naar Roermond waar hij voor zichzelf en zijn vrouw Delphine Povel een huis bouwde. In 1920 ging Joseph met zoon Pierre jr. (P.J.J.M.) (1891-1982), ook architect, een compagnonschap aan, waarbij Pierre jr. het bureau in Amsterdam (Vondelstraat 19 of 79?) leidde en Joseph in Roermond werkte.
Pierre jr. had eerder met de Franse Benedictijner monnik en architect Dom Paul Bellot (1876-1944) gewerkt. Dom Bellot had een voorkeur voor het expressionisme en was onder meer de architect van de Paulus Abdij in Oosterhout (1906-’09). In de abdij had Bellot in de jaren 20 gedurende enkele jaren een architectenkantoor. De meeste gebouwen van Joseph en Pierre jr. vertonen vanaf 1920 duidelijk expressionistische elementen.
Na het overlijden van vader en grootvader Cuypers in 1921 zetten Joseph en Pierre jr. samen Bureau Cuypers voort. Ze wisten een grote productie te bereiken zowel nieuwbouw als restauratie en uitbreidingen. Ze bouwden in deze periode nog 35 kerken veelal in expressionistische stijl, verspreid over het hele land. In het begin een drietal koepelkerken, daarna keerden ze terug naar de basiliek als kerktype, zowel in traditionele als in meer moderne stijl.
Een hoogtepunt is de Laurentiuskerk in Dongen (1917-’21), een monumentale koepelkerk, waarvan het uiteindelijke ontwerp samen met Pierre jr. tot stand kwam. Details met expressionistische kenmerken.
Enkele voorbeelden van hun werk:
— De Agathakerk in Beverwijk (1921-’24), koepelkerk, details in expressionistische stijl
— De O.L. Vrouwekerk in Bussum (1921), koepelkerk in expressionistische stijl
— Het Berchmanianum in Nijmegen (1929), studiehuis en kloosterverblijf van de paters Jezuïeten, thans academiegebouw van Radboud Universiteit. Het gebouw vertoont invloeden van de Amsterdamse School, het interieur heeft beelden en ramen met art deco-invloeden
— De Abdijkerk Rolduc (gemeente Kerkrade), restauratie (1930-’31)
— De Bartholomeus Basiliek in Meerssen, restauratie en vergroting (1936-’38), kruisbasiliek uit de middeleeuwen, gebouwd in Maaslandse gotiekstijl
Tijdens WO II werd zijn huis in Roermond bij een bombardement verwoest , waarna hij zijn intrek nam in de pastorie van de Bartholomeusbasiliek in Meerssen, waar hij tot zijn dood in 1949 bleef wonen.
Pierre jr. Cuypers zette hun architectenbureau in Roermond onder de naam ‘Ir. Joseph en Pierre Cuypers, architecten BNA’, nog voort tot 1958. Architectenbureau Huis in ’t Veld-Deltrap werd de rechtsopvolger van het kantoor in Roermond.
Joseph Cuypers was een veelzijdig en productief architect met een groot en gevarieerd oeuvre. Zijn architectuur was eerlijk, tijdeigen en geworteld in de traditie. Door zijn opleiding was hij goed op de hoogte van de nieuwste materialen en technieken (ijzeren balken en spanten, gewapend beton, electrisch licht e.d.). Hij bouwde in historische vormen met moderne technieken.Hij heeft aan 168 kerken gewerkt. Bij een deel daarvan gaat het om restauratie, decoratie of uitbreiding. In totaal zijn door hem 79 kerken ontworpen al dan niet in coöperatie met vader Pierre Cuypers, Jan Stuyt of zoon Pierre jr. Hiervan zijn 75 daadwerkelijk gerealiseerd. Een aantal dat vergelijkbaar is met die van zijn vriend en vroegere compagnon Jan Stuyt. Naast het bouwen van de vele kerken realiseerde hij ook projecten voor kloosters, scholen, zorginstellingen, villa’s, woonwijken en stedenbouwkundige projecten. Bovendien was hij ook nog auteur van een groot aantal artikelen en kritieken in binnenlandse en buitenlandse vakbladen, een uitstekend docent en een veelgevraagd bestuurder en adviseur.
Hij ontving diverse onderscheidingen, waaronder officier in de orde van Oranje Nassau, ridder in de orde van de H. Gregorius en de zilveren erepenning der stad Roermond.
Kerken in de Oostelijke Mijnstreek:
de Corneliuskerk in Heerlerheide (1909-’10) i.s.m. Jan Stuyt, wordt algemeen toegeschreven aan Jan Stuyt.
de Pancratiuskerk in Heerlen-Centrum (1901-’03), uitbreiding met een transept en nieuw groter koor
de Abdijkerk Rolduc in Kerkrade-Rolduc (1930-’31), voltooiing restauratie, begonnen door Pierre Cuypers in 1853
Bronnen:
Https://nl.wikipedia.org/wiki/Joseph Cuypers
Website Joseph Cuypers.nl, van Gert van Kleef voor zijn promotieonderzoek naar ” de waardering voor het kerkelijk werk van Joseph Cuypers in de periode 1885-2020″, inclusief oeuvreoverzicht kerken
Webpagina van NAI “Op zoek naar eigen stijl”, archief van J.TH.J. (Joseph) Cuypers ontsloten (2009?)
Website Archimon.nl, het virtueel museum van kerkelijke architectuur in Nederland
Jeroen Goudeau, Agnes van der Linden, ‘Jan Stuyt (1868-1934) een begenadigd en dienend architect’, (Nijmegen, 2011)
Bernadette van Hellenberg Hubar, ‘De nieuwe Bavo te Haarlem’, (Zwolle, 2016)
Website cuyperiana.nl van de Stichting Cuyperiana
Website vanhellenberghubar.org, een site over kunst, cultuur & erfgoed; zoek onder Projecten/Joseph Cuypers Collectie