Heerlen, Pancratiuskerk
De kerk
De romaanse St. Pancratiuskerk te Heerlen is een driebeukige kruisvormige basiliek met een westtoren met ingesnoerde naaldspits, een vieringtoren en een rond gesloten koor. De hoofdingang bevindt zich aan de zuidzijde van de toren. Geheel opgetrokken met mergelblokken. Het dak is gedekt met leien. De kerk heeft een crypte. Georiënteerd.
Het oudste gedeelte van de kerk, het romaanse middenschip en de zijbeuken, dateert reeds uit de 12e en 13de eeuw. De toren dateert uit 1394, de traptoren naast de ingang uit 1862. Het huidige priesterkoor met apsis en crypte, het transept en de vieringtoren zijn een neoromaanse uitbreiding uit de jaren 1901-1903 naar ontwerp van architect Jos Cuypers (Roermond, 1861-Meerssen, 1949). De uitbreiding kreeg koepelgewelven. Voor het vergroten van de kerk werd het oostelijk deel afgebroken. Na de wijding van de uitbreiding in september 1903 werd het “oude” gedeelte van de kerk ingrijpend gerestaureerd door vader Pierre Cuypers (Roermond, 1827-1921). De oorlogsschade ten gevolge van WO II werd in de jaren na de oorlog onder leiding van Frits Peutz hersteld. In 1953 verving hij de graatgewelven van het schip uit 1904 door koepelgewelven. Ook onder zijn leiding kwam de kerk in 1962 tot haar huidige omvang. De huidige sacristie en doopkapel stammen uit die tijd.
De gewelven van de beide transepten en het schip zijn in 1940-42 door Charles Eyck (Meerssen, 1897-Schimmert, 1983) beschilderd met taferelen uit het Nieuwe Testament. De gewelfschilderingen van het schip zijn niet meer aanwezig .
De kerk is gelegen midden in het centrum van Heerlen tussen de Bongerd en het Pancratiusplein, en naast het modernistische Glaspaleis uit 1935 van architect Frits Peutz.
In de periode 1632 tot 1830 werd de kerk zowel door katholieken als hervormden gebruikt. Voor het kerkgebouw was deze periode een tijd van verval.
Dichtstbijzijnde kolenmijn: de Oranje Nassau I te Heerlen, productieperiode 1899-1974.
Rijksmonument nr 21228.
De ramen
Een groot gedeelte van de rondboogvensters is in de periode 1947-1962 beglaasd met fraaie gebrandschilderde glas-in-loodramen van Eugène Laudy (Heerlen, 1921-1995). Leven en werk van Laudy waren nauw verbonden met de Heerlense Pancratiuskerk. Hij is gedoopt en getrouwd in de kerk, zijn kinderen zijn er gedoopt en hij is in 1995 vanuit deze kerk ten grave gedragen.
Het grote gebrandschilderde drielichtraam in het zuidertransept uit 1947-48 was zijn eerste opdracht voor de kerk. In dit calvarieraam is het kruisoffer van Christus uitgebeeld. Van iets latere datum ( 1948-50) is de cyclus in de zijbeuken, bestaande uit acht ramen waarop de acht zaligheden volgens Mattheus ( 5: 1-12) zijn uitgebeeld aan de hand van taferelen uit het Nieuwe Testament.
In de jaren 1952-53 maakte Laudy voor de vier vensters in de noordelijke zijgevel ter hoogte van het koor ramen met afbeeldingen van heiligen, alsook vier ramen in de transepten. De negen ramen in de crypte dateren uit 1962, evenals het vissenraam in de doopkapel.
Voor een gedetailleerde beschrijving van de ramen van Laudy in de kerk zie: Mariëtte Paris-Vankan, “De gebrandschilderde ramen van Eugène Laudy” in: Sint Pancratius in het hart van Heerlen (Nijmegen, 2010). Voor een beschrijving van de andere ramen zie de bijdrage van Sander van Daal in dezelfde uitgave.
Het drielichtraam in het noordertransept dateert uit 1880 en is gemaakt door glasatelier Dr. Heinrich Oidtmann uit Linnich (Duitsland). Het raam is na de uitbreiding van de kerk in 1903 herplaatst in de noordelijke transeptgevel.
De vijf ramen in het priesterkoor zijn van Atelier Frans Nicolas & Zonen uit 1903. Per raam 2 panelen met scènes uit het leven van Jezus, plus 1 paneel met een heilige.
Bronnen
Website Kerkgebouwen in limburg
Piet Mertens (red.), Sint Pancratius in het Hart van Heerlen (Nijmegen, 2010)