Eugène Quanjel
Eugène Quanjel (Heerlen, 1897-1998) was een veelzijdig en gedreven kunstenaar: schilder, glazenier, beeldhouwer, decorateur (optochten, manifestaties, opera’s), bouwheer van tuinen en kapellen, ontwerper (bijv. vaandels en oorkonden).
Na zijn studie bouwkunde aan de Ambachtsschool in Heerlen (1915-1918) werkte hij tot zijn pensionering (1963) als bouwkundig tekenaar bij de Staatsmijn Maurits in Geleen. In 1923-24 behaalde hij in de avonduren in Den Haag de Nijverheidsakte. Naast zijn baan als opzichter krijgt hij van zijn werkgever alle kans zijn artistieke talenten te ontplooien. Ook krijgt hij opdrachten van de Staatsmijnen. In de periode 1944-46 had Quanjel de technische en artistieke leiding van het Klei-Atelier van de Staatsmijnen in Brunssum.
(Het Klei-Atelier Brunssum (K.A.B.) bestond van 1939 tot 1950. Het was door het Fonds voor Sociale Instellingen van de Staatsmijnen opgezet om werk te verschaffen aan kinderen van mijnpersoneel die lichamelijk ongeschikt waren voor de zware ondergrondse of bovengrondse arbeid in de mijnbedrijven. Aan het Klei-Atelier waren ook enkele free-lance kunstenaars en kunstenaars in vaste dienst verbonden. Zij beschikten daar over een eigen werkruimte. Enkele van deze kunstenaars zijn Eugène Laudy, Ron Stultiens, Sjef Dieteren en pater Renald Rats. Een flinke artistieke impuls kreeg het Klei-Atelier met de komst van Edmond Bellefroid en Pierre Daems, beiden afkomstig van de Maastrichtse Aardewerkfabriek de Sphinx, waar ze in dienst waren als ontwerper. (Website Capriolus contemporary ceramics))
In zijn vrije tijd schilderde Eugène Quanjel in impressionistische stijl portretten, landschappen, stadsgezichten en bloemen. Daarnaast begon hij glas-in-loodramen te maken aanvankelijk voor particulieren. Doordat door de luchtvervuiling in de Mijnstreek onder meer het metaal lood werd aangetast, stapte hij over op het vervaardigen van panelen in glasappliqué. De glaslijm voor deze techniek werd voor hem uitgetest in het Centraal Laboratorium der Staatsmijnen. Ook na zijn pensionering bleef Quanjel (tot 1972) in deze techniek werken. In de jaren 60 en 70 heeft hij panelen van glasappliqué gemaakt voor gebouwen van de Staatsmijn Maurits en het Centraal Lab in Geleen. De panelen zijn gedecoreerd met afbeeldingen uit de natuur. Ook bij de grote panelen van de H. Hartkerk in Mariarade ligt de nadruk op het uitbeelden van de natuur in de vorm van planten, bloemen en dieren. Voor zijn ramen maakte hij bij voorkeur gebruik van geel en mauve.
Bij glasappliqué worden stukken gekleurd glas (bijv antiekglas) d.m.v. flexibele en doorzichtige glaslijm op blank glas, bijv. vensterglas, of op plexiglas gelijmd, een andere mogelijkheid is dat de stukken gekleurd glas als een sandwich tussen twee lagen blank glas worden geklemd of gelijmd. Hierbij is geen loodprofiel nodig. Het is een ongecompliceerde techniek zonder dat het glas verhit hoeft te worden. Een van de eerste glazeniers die werkte met glasappliqué was Lex Horn (Station Eindhoven, 1956). Hij ontwikkelde deze techniek in samenwerking met Atelier van Tetterode. Veel toegepast in de wederopbouwperiode voor het maken van grote, decoratieve glaswanden als onderdeel van de moderne architectuur.
Quanjel vatte het glaspaneel samen in staal en beton, wat voldoende stevigheid geeft voor grote oppervlakten. Hij maakte gebruik van de effecten die met deze glastechniek kunnen worden bereikt. Door verschillende diktes glas te verwerken kunnen alle kleurnuances die in één glasplaat aanwezig zijn gebruikt worden, en door langs gekleurde delen een smalle rand blank glas vrij te laten ontstaat een fragmentarisch ijl beeld dat doet denken aan een aquarel.
Ramen in de Oostelijke Mijnstreek:
de H. Hart van Jezuskerk in Hoensbroek-Mariarade
de O.L. Vrouw van de Heilige Rozenkranskerk in Hoensbroek/Brunssum-Treebeek
Bronnen:
Carine Hoogveld (red.), Glas in lood in Nederland 1817-1968 (Den Haag, 1989) 312
Stichting Centrum voor religieuze kunst en van het Montfortaanse Erfgoed (vh St. Vrienden van de Sint Hubertuskerk), Een kerk vol verhalen (Beek, 2015) 105, 106
www.demijnen.nl/actueel/artikel/eugene-quanjel-veelzijdig- kunstenaar-1897-1998 (2008)
Harry Strijkers (red), E. Quanjel (1897-1998) schilder, glaskunstenaar, beeldhouwer en ontwerper (Geleen, 2008)