Jacques Vonk
Jacques Vonk (Rotterdam, 1923-Ermelo, 2000) kunstschilder, tekenaar, glazenier, keramist.
Zoon van een welgestelde Rotterdamse koopmansfamilie. Hij volgde een opleiding aan de Haagse Vrije Academie (de Vrije Academie Werkplaats voor Beeldende Kunsten Psychopolis in Den Haag bestond tussen 1947 en 2015). Tussen 1948 en 1954 studeerde hij aan de pas opgerichte Jan van Eyck Academie in Maastricht. Hij was een van de eerste studenten en kreeg daar o.a. les van Thé Lau (schilderen) en Jos ten Horn (monumentale kunst). Ontving in 1954 bij zijn afstuderen de Prix d’Excellence van de stad Maastricht voor zijn glas-in-lood.
In 1954 verhuist hij met zijn vrouw Mia naar de Sint-Maartenshof in Houthem-St. Gerlach (gemeente Valkenburg). Daar bleef hij wonen tot het overlijden van zijn vrouw (1981).
Hij maakte diverse buitenlandse studiereizen naar onder meer Frankrijk, Spanje en Canada, en sloot vriendschappen met o.a. Charles Eyck, Hans Truijen en Appie Drielsma.
In de periode 1953-1961 krijgt hij opdrachten voor glas-in-loodramen in een vijftal Limburgse kerken. De ramen worden meestal vervaardigd in het Maastrichtse glasatelier de Reek van Ragnar Eyck ( zoon van Charles Eyck). In vergelijking met andere Limburgse kunstenaars heeft hij slechts een beperkt oeuvre opgebouwd.
Zijn glas-in-loodramen vallen op door de eenvoudige, bijna naïeve wijze van afbeelden, wat het beste tot zijn recht komt in de kleine ramen van oudere kerkgebouwen, zoals de middeleeuwse Dionysiuskerk in Schinnen, Dominicanenkapel in Venlo en de kleine Sint Janskerk in Hoensbroek. Kleuren, maar ook handgebaren spelen een grote rol.
Inhoudelijk daarentegen maakt Vonk in zijn ramen gebruik van een ingewikkelde (christelijke) symboliek. De complexiteit van de voorstellingen wordt vaak nog vergroot door het vòòrkomen van allerlei kleine figuurtjes of voorwerpen in een voorstelling. Deze figuurtjes vormen geen decoratieve opvulling , maar vertellen iets over de hoofdvoorstelling. Voor het begrijpen van zo’n iconografisch zoekplaatje is enige kennis van de christelijke iconografie dan ook wel noodzakelijk.
Jacques Vonk is uniek in de wijze waarop hij op zijn eigen schijnbaar eenvoudige manier complex thema’s weergeeft.
De uitgerekte lichamen en ledematen van zijn figuren doen denken aan de wijze waarop in de Byzantijnse kunst de figuren worden weergegeven.
Zijn unieke stijl van ontwerpen van kerkramen vertoont weinig ontwikkeling. Daarvoor was de periode van 10 jaar ook te kort en het aantal opdrachten te gering.
Jacques Vonk is bekender geworden door zijn schilderijen. Hij werd populair door zijn schilderingen van Limburgse vakwerkhuizen. Zijn verzameld werk geeft een beeld van het leven op het Zuid-Limburgse platteland in de vorige eeuw. Althans zoals Jacques dat graag wilde zien.
Hij werd in zijn leven vaak gekweld door depressieve stemmingen. Hij trok zich dan terug in zijn eigen wereld: die van het Limburgse landschap met zijn vakwerkhuizen, het boerenleven en volksgebruiken. Hij keek er met kinderlijke verwondering naar en legde alles vast. Hij schilderde echter ook portretten, stillevens en religieuze onderwerpen. Zijn kracht lag erin een complex beeld vast te leggen in een afbeelding van treffende eenvoud.
De laatste jaren van zijn leven bracht hij door in het psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk te Ermelo, waar hij ook is overleden.
Kerkramen in de Oostelijke Mijnstreek:
de O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstandkerk te Kerkrade-Heilust (1956)
de kleine Sint Janskerk te Hoensbroek (1958)
Bronnen:
Carine Hoogveld (red.), Glas in Lood in Nederland, 1817-1968 (Den Haag, 1989) 349
Monda Heshusius, Verstilde Schoonheid van Limburg, Jacques Vonk, schilder en glazenier (Maastricht, 2011)
www.stichtingjacquesvonk.nl